Tom Van Dyck is bekend als acteur, scenarist en regisseur – en als Opperbospoeper*, natuurlijk. Wat blijkt? Hij is al van kleins af aan zot van het bos. Dat klinkt als muziek in mijn oren. Walk with me, talk with me, Tom.
——
* Ik weet het, de bospoeper werd in de serie ‘Van vlees en bloed’ gespeeld door Lucas Van den Eynde samen met Van Dycks vrouw Alice Reys, maar Van Dyck schreef het scenario en bedacht de legendarische figuur. Dat maakt van hem de Opperbospoeper, toch?
——
Ik spreek af met Tom in de Hobokense Polder, een van zijn vaste plekken voor een ochtendwandeling met zijn geweldige hond. Toms geoefende oog valt me meteen op: in korte meldingen krijg ik een update van loslopend wild en gevogelte.
‘Buizerd! Daar, tussen de takken.’
Wat later een geluid: ‘Scholekster.’
Nog wat verder: ‘Koolmees. Roodborstje.’
Om vervolgens gewoon weer verder te gaan met het gesprek. Over zijn broer Hans, bijvoorbeeld.
‘Het begon allemaal met Hans. Hij nam me altijd mee op sleeptouw naar het Peerdsbos in onze thuisstad Herentals. We vertrokken bij zonsopgang en we kwamen pas thuis als het weer donker werd. Nu is dat ondenkbaar, zomaar een hele dag van de wereld verdwijnen – zelfs zonder gsm, stel je voor. Maar het was zalig.’
‘Mijn broer kende alles van dieren en planten. Het was snel duidelijk dat hij bioloog zou worden. (Hans Van Dyck is nu een wereldvermaard bioloog en vlinderkenner, nvdr.) Wij trokken altijd met twee op pad, met onze verrekijkers en op onze jas de geborduurde badges van alle natuurorganisaties waarbij we aangesloten waren. Ons moeder naaide die dan zelf op onze mouw: WWF, Natuurpunt, CCBV (Coördinatiecomité voor de Bescherming van Vogels, nu Vogelbescherming) , … Wij waren echt van alles lid!’
‘Meer nog: we richtten zelfs ons eigen natuurorganisatietje op, Stichting Natuurweelde. Een paar keer per jaar maakten Hans en ik voor onze Stichting ook een tijdschrift met de welluidende titel ‘Natuurvaria’. Een jaarabonnement kostte 500 Belgische frank – eigenlijk niet echt goedkoop, als ik er nu over nadenk. Dan zaten wij een ganse zaterdag in de copyshop, en maar kopiëren, sorteren, bundelen, vastnieten… Tot grote ergernis van die uitbater, natuurlijk.’ (lacht)
‘We zeiden tegen elkaar ook altijd de Latijnse naam van de dieren. ‘Dáár! Een turdus merula (merel, nvdr)!’ En dan zetten we streepjes in ons logboek: ‘Twee maal turdus merula.’ Terwijl onze maten naar de schaatsbaan in Herentals gingen, zaten wij vogels te turven. Wij gingen dus ook vogelen, maar wel nét iets anders dan de gemiddelde vijftienjarige.’ (lacht)
‘Soms had ik wel eens een discussie met Hans. Als we op een fuif waren en we moesten om 1u thuis zijn wilde hij op tijd vertrekken, terwijl ik meestal nog wat wilde feesten. Tot we dan onderweg plots een nachtzwaluw hoorden, natuurlijk… Hans wilde die kost wat kost gaan checken dus waren we uiteindelijk toch te laat thuis!’ (lacht)
‘Ik was ook héél fanatiek in het beschermen van de natuur. Een tijdlang zette ik me in om de houtsnip te beschermen. Dan nam ik stickers en flyers mee naar school, maar dat was niet bepaald naar de zin van mijn leraar Frans. Van hem mocht ik de houtsnip verdedigen ALS ik het in het Frans kon. Je moet weten, die leraar was een fervent jager. Wat ik deed, vond hij dus maar niks. Maar natúúrlijk kon ik niet in het Frans uitleggen waarom ik de houtsnip wilde behouden! Tss. Hij heette nota bene mijnheer… Valckx.’
Zo fanatiek als toen is Tom niet meer, maar de bosliefde bleef. ‘Met onze hond Barend -Barry voor de vrienden- moét ik wel buitenkomen. We hebben hem nu zes jaar en het is echt een zalig beestje, onze Friese stabij. Soms ga ik naar het Middelheimpark, maar meestal ga ik naar de Hobokense Polder. Zie nu toch hoe schoon het hier is! Zeker met die indrukwekkende gallowayrunderen. Heerlijk dat je met een hond elke dag naar buiten moet, ook al regent of vriest het.’
Met of zonder hond – wandelen blijkt de beste manier om ideeën te sprokkelen. ‘Bijna alle grote verhaallijnen en ideeën zijn er gekomen tijdens een wandeling. Weinig prikkels, geen internet, geen computer, geen afleiding, veel ruimte… Het draagt allemaal bij aan de creativiteit. Sparren met ‘de Lenaerts’ (Tom Lenaerts, nvdr) doe ik ook altijd al wandelend. Zo bedachten we eigenlijk de meeste dingen – stappend in het bos. De emmer der vernederingen? In het bos verzonnen! De bospoeper kwam er -vreemd genoeg- niet tijdens een bostrip, maar al schrijvend, toen ik helemaal in het verhaal zat. Trouwens: Joepie, de hond, heeft wel echt bestaan. Toen zijn baas hem eens kwijt was en hij hem ging zoeken, fietste hij door de straten. En ondertussen maar roepen: ‘JOEPIE!’, ‘JOEPIE!’. Die naam moet ik onthouden, dacht ik toen. Haha!’
Of zijn kinderen dan ook rasechte bosnimfen zijn? ‘Ik geef mijn liefde voor de natuur graag door aan mijn dochters en ze pikken er zeker wat van op. Ik ben die typische Vader Met Verrekijker, ja. Als we ergens naartoe trekken, vragen ze al automatisch: ‘Papa, je hebt je verrekijker toch mee, he?’ Ik vind het fantastisch dat we veel kunnen reizen. Het is geweldig om onze dochters dat te kunnen meegeven. Als we echt ver gaan, naar Nieuw-Zeeland of Suriname bijvoorbeeld, koop ik altijd een boekje van lokale fauna en flora. En dan vertel ik aan mijn vrouwen wat er te zien valt. Ze vinden me soms wel een nerd, maar stiekem vinden ze het ook heel plezant.’ (lacht)
En toen sloten we af met een thermoskoffietje met Kinder-chocolaatjes en was Tom oprecht heel blij met die kleine Überraschung. (Maar écht, he!)