Marnix Peeters is auteur en columnist, zijn vrouw Jana is (reis)journalist en PR & Sociale Media Expert. Samen wonen en werken ze al enkele jaren in de Oostkantons. Op Pinkstermaandag reed ik naar hun uithoek van België. Twee uur enkel, maar na een feestelijke lunch en een prachtige wandeling door ‘hun’ bossen, snap ik volledig waarom ze de knop omdraaiden.
M: ‘Tot ik vijftien werd, bestond mijn leven na schooltijd volledig uit bos. Mijn twee zussen en ik konden vlotjes acht kilometer stappen zonder ook maar één voet buiten het bos te zetten. Dat lag gewoon achter ons huis in Beverlo, bij Beringen. Van mijn vader en grootvader leerde ik ongelofelijk veel over de natuur. Mijn vader is een echte boskabouter. Ongelofelijk hoeveel die man weet. De hoeveelheid kennis die hij heeft is echt indrukwekkend. En voor mij was het een droom om zo vrij in het bos op te groeien.’
J: ‘Ik groeide niet op in een bos en al helemaal niet met een boskaboutervader, maar we trokken altijd met het hele gezin naar Zwitserland voor de klassieke wandelvakanties. Van zodra ik mocht liet ik die vakanties voor wat ze waren. Vréselijk vond ik al dat stappen.’
M: ‘En ik deed niets liever dan de hele dag hossen in die bossen. Mijn schedelverzameling is begonnen in het bos achter ons huis. Sommige mensen vinden dat luguber, ik vind dat schoon. Ik vraag me trouwens af of we hier, in de Oostkantons, ooit nog eens een menselijke schedel zullen vinden, zo’n restant van de oorlog.’
De kans lijkt me niet onbestaande, tijdens de wandeling hoppen we de hele tijd over de grens tussen België en Duitsland. Bewijs: deze grenspaal en het sappige mengelmoesdialect van de buurvrouw.
M: ‘Na mijn vijftiende kreeg ik plots in de gaten dat er plaatsen bestonden als Amerika en New York (dank u daarvoor, Humo). Nieuwe horizonten, hallelujah! Tussen mijn achttiende en pakweg mijn veertigste raakte ik die bosconnectie echt verloren. In die periode van mijn leven waren andere dingen belangrijk voor mij. Gelukkig ook plezante dingen, maar totaal andere.’
M: ‘Nu zou ik letterlijk zot worden als ik twee dagen niet meer in een bos ben geweest. Jana en ik werken van ’s ochtends vroeg tot een uur of tien, dan klussen we wat in huis, kook ik en na de lunch gaan we stappen – of tegenwoordig steeds vaker fietsen. En daarna werken we nog wat verder.’
J: ‘Weet je dat ik gisteren voor het eerst deze berg ben opgefietst zonder af te stappen? Zo trots als een pauw ben ik! Sinds ik hier woon is mijn fysiek enorm verbeterd. Zoals we vandaag ruim drie uur stappen – dat zou ik in het begin nooit gekund hebben. Mijn enige vorm van beweging bestond uit dansen in een club (lacht). Dat is ook een soort van beweging, maar toch… Helemaal anders.’
M: ‘We vinden het geweldig om hier rond te wandelen, en alles te zien veranderen met de seizoenen. Soms nemen we Luna mee, onze leenhond van de boer hier boven op de berg (inderdaad, die van de columns in Zeno van de Morgen, nvdr). Een ongelofelijk lief beestje. Luna is zo’n typische erfhond die de boerderij moet bewaken, dus veel affectie is ze niet gewoon. Je ziet haar genieten als we haar aanhalen.’
Een rode wouw cirkelt in de lucht. Reeën laten zich vandaag niet zien, allicht praten we daarvoor teveel. Plots krijgen ze tegelijk een veldleeuwerik in de gaten. Marnix tuurt snel door de verrekijker.
M: ‘Ja! Kijk, daar is er weer één. Het wemelt hier van de veldleeuweriken. Helaas zijn al die nestjes nu waarschijnlijk weg. Een paar nachten geleden hoorden we enkele mannen de grasweides hier maaien. En laat hoog gras nu net de plaats zijn waar veldleeuweriken hun nest bouwen. We hielden ons hart vast voor die arme beestjes… Daarom zijn we extra blij dat we er vandaag toch nog veel zien.’
M: ‘Alle grote dingen in mijn leven heb ik op drie minuten beslist. Een andere job zoeken, mijn eerste huis kopen, en ja, ook in de Oostkantons komen wonen. Ik sta ’s ochtends op met een zot idee en soms is het drie kwartier later al beklonken. Op zo’n moment moet niemand me dat uit mijn hoofd proberen te praten. Iemand zei me onlangs: ‘Ik heb van vrijwel alles spijt.’ Dat is toch erg? Als je niet blij bent met iets, waarom verander je het dan niet? Springen. Gewoon springen!’
M: ‘Niet dat al mijn ideeën tot een goed einde komen. Meestal wel, soms niet. Zo startte ik ooit een cursus boswachter, op een moment dat ik nood had aan iets anders in mijn leven. Tot… die cursussen arriveerden met de post. Twee gigantische stapels lesmateriaal, bladzijden vol chemie… Zo’n boswachter moet echt alles-alles-alles weten; heeft een vos schuim op de lippen, zit er schimmel op die plant, welke boom is dat… Toen heb ik wel even gevloekt. Niet veel later ben ik definitief naar hier verhuisd. Die cursus is trouwens mee verhuisd.’
J: ‘In het begin van onze relatie kwam ik eens een paar dagen hier bij Marnix logeren. Ik had een hele outdoorwinkel geplunderd: een voorraad winterkleren, outdoorspullen en met als kers op de taart mijn sneeuwboots. Zo van die exemplaren die alleen goed zijn voor de après-ski (lacht). Ik heb ze nog nooit gebruikt. Ze staan hier nog ergens, bij wijze van souvenir.’
M: ‘De eerste vijf jaar nadat ik dit huis kocht, pendelde ik tussen Antwerpen en de Oostkantons. Dan werkte ik in de week keihard door om op vrijdagmiddag zo vroeg mogelijk naar hier te kunnen vertrekken – haast, haast, haast – om vervolgens te gaan ontspannen. Niet vol te houden, natuurlijk. De tegenstelling was ook zo groot, zo gek. Na vijf jaar besefte ik dat ik al het werk dat ik op een bureau deed net zo goed van hieruit kon doen. Niet veel later was de definitieve verhuis een feit.’
J: ‘Er is al zo ongelofelijk veel veranderd sinds dat eerste weekend. Ik was vroeger echt zo’n feestende, hardwerkende ‘BMW-griet’, zoals Marnix me weleens plagend noemt. Nu vind ik het steeds moeilijker om terug naar Antwerpen te gaan, hoewel we dat nog zeker een paar dagen per maand doen en het dan ook weer fijn is om familie en vrienden te zien. Maar de vertraging, verstilling en rust die hier hangen doen telkens toch weer zo onvoorstelbaar veel deugd.’
En dat kan ik nu eens he-le-maal begrijpen. Ik ben nog steeds aan het afkicken van die middag. Tijdens mijn terugrit stuurde mijn gps me trouwens volle bak langs de scenic route. Waw, leuk, dacht ik. Tot ik besefte dat hij ingesteld stond op ‘wandelaar’ in plaats van ‘auto’ en ik strandde op een zandweg. Nu weet ik dat er tussen deze plek en Antwerpen elf uren liggen, te voet. En hey, misschien moet ik dat ooit maar eens doen. Maar wie weet hoe lang ik dan zal moeten afkicken.
- Steun Jana’s mooie project Oorschelp en koop een set oorbellen van Vietnamese schelpen. De opbrengst gaat integraal naar de Plastic Soup Foundation en zorg zo mee voor minder plastic in onze oceanen.
- Meer over Marnix: https://www.marnixpeeters.be
- Meer over Jana: https://www.janaelza.com
Ah fijn artikel! Waar woont de Marnix? ROCHERATH? Keep on writing! X
>
LikeLike
Bedankt Tim! Jij ook! 😉
LikeLike