Voor onderzoek in het kader van Het zeeboek stond een bezoek aan de Schoorlse Duinen nog op mijn lijstje. Dat zijn de hoogste en breedste duinen van Nederland met als topper het Klimduin, dat 51 meter hoog is.

Niet dat we veel van dat hoogste duin zagen, want toen we ’s ochtends wakker werden was alles gehuld in wit: bovenaan een dikke laag mist met daaronder… SNEEUW! Zalige, krakende verse sneeuw.

We wandelden van het hotel naar de zee door de duinen. Hierboven op de foto lijkt het alsof je zand ziet, maar het is wel degelijk sneeuw.


Tijdens het stappen zagen we heel goed hoe een zandstrand eerst in een duin en na jaren langzaam in een bos verandert, maar dan in omgekeerde volgorde. Vanaf het dichtbegroeide bos stapten we door alsmaar meer zanderige stukken met alsmaar minder bomen om na een tijd alleen nog helmgras en op het einde enkel nog het strand te zien.
En sneeuw! Sneeuw in de duinen, sneeuw en ijs op het strand. Machtig.

Wat een beloning om er eindelijk te staan, samen met een boel meeuwen, een handvol scholeksters en een paar te grappige strandlopers.




De wandeling van ruim 10 kilometer door de snijdende kou bleek namelijk iets langer uitgevallen dan we hadden uitgerekend (en mijn vriendin haar schoenen net iets minder waterdicht bleken dan ze had gehoopt). Daarom vonden we dat we een stevige oppepper hadden verdiend.

Dikke, zoute soep, donkerbruin brood en een goeie pint. Zalig, toch? Toen konden we er helemaal tegenaan voor die laatste kilometers terug. Met in onze rugzak weer een paar stevig opgeladen batterijen en een hoop inspiratie en informatie voor Het zeeboek.
Wat een prachtdag was me dat.