Aan het begin van deze zomer deden we iets waar we al bijna twintig jaar van droomden, over palaverden en van fantaseerden: we kochten eindelijk een VW-busje en ik heb er maar drie woorden voor: zalig, zalig, zalig!

Natuurlijk wisten we wel een beetje waar we aan begonnen. We testten de vintage VW-bus van mijn schoonbroer al eens en vorig jaar deden we een tiendaagse test drive naar het heerlijke Waddeneiland Terschelling. Nog geen dag nadat we ons huurbusje inleverden misten we het alweer! Het was dus overduidelijk: we vonden deze manier van reizen alle vier zo plezant dat we er niet lang over moesten twijfelen toen we er in juni eentje zagen die binnen ons budget viel en niet te veel kilometers op de teller had staan. Wiehiew! YOLO en al.

Intussen hoorden we al van veel mensen dat zo’n busje ook voor hen ‘een stille droom is’ of ze zeiden ‘oh, dat zou ik ook eens willen doen’. Voor iedereen die ervan droomt, deel ik graag drie dingen die we leerden toen we deze zomer rondtoerden met de bus:

1. Je weet nooit waar je gaat belanden.

En dat is net de charme! Zoooo zalig! Het ene moment sta je te aperitieven in Lillo, in de haven van Antwerpen, wat later in een stormnacht aan de Chiemsee in Duitsland (geen beeldmateriaal wegens té vies, nochtans wel een héle mooie plek), het andere moment aan de Samber in Wallonië…

De ene dag ontbijt je in de miezerregen naast een stapel grasmatten op een parking aan de rand van het bos (waar mensen om middernacht wat kwamen ‘babbelen’ aan hun kofferbak?) …

… en een week later picknick je in een zonovergoten Sloveense wijngaard aan de rivier. (Trouwens. Rosie doet hier een social media influencer (ahum) na, die we de dag ervoor bezig hadden gezien. Het vrouwmens deed allerlei ingewikkelde yogaposes op glibberige rotsen aan een prachtige waterval. Nou ja. Ieder z’n ding, zeker? Goed gelachen in elk geval!)

Enfin. Als je er dus tegen kan dat je vakantieplanning niet op voorhand vastligt. Als je het oké vindt dat je heel soms eens op een mindere plek moet staan om te slapen of te eten, om dan ter compensatie op de meest geweldige plekken te komen. Als je graag altijd en overal kunt stoppen om te picknicken op mooie plekjes, gewoon omdat het kan, en je alle spullen toch al bijhebt. Dan is punt één alvast geen punt voor jou.

2. Compact reizen is key.

Toegegeven, met z’n vieren reizen in een VW-busje vraagt wat organisatie.

‘Waar zetten we al die schoenen?’
‘Alles meteen opruimen!’
‘Dekens op de juiste plek!’
En, in mijn geval, vooral: ‘Hoe zet ik alles op voorhand klaar zodat ik mijn eerste ochtendkoffie geruisloos kan klaarmaken en opdrinken?’

Elke ochtend moet het dubbele bed dat we elke avond van de achterbank maken ook weer ingeklapt worden. Daarvoor moet je een soort van systeempje bedenken. (We hadden een paar dagen nodig voor dat systeem er effectief was, wel.) Het is ook handig als de mensen die op dat onderste bed slapen, al wakker zijn. Je moet dus soms even wachten tot iedereen wakker is, maar hey… Het is vakantie. Gene stress. Lees nog een beetje.

Je moet ook nadenken over wat je meeneemt in the first place – en vooral over wat je niét meeneemt, maar dat vind ik eigenlijk vooral een voordeel.


Ten eerste, kinderen spelen nog het liefst met een stok, met stenen of met andere kinderen.
Ten tweede, hoe minder je meeneemt, hoe minder je kan kwijtraken (en moet opruimen).
Ten derde, we hebben nog 1/3 van de weinige dingen we meehadden niet gebruikt. Just saying… Een mens heeft echt niet veel nodig!

Over dat slapen valt ook nog wat te zeggen. We sliepen in alle mogelijke combinaties: kinderen boven, wij beneden. Kinderen beneden, wij boven. Een kind + een ouder boven en beneden. Boven, onder het hefdak, wordt het licht en warm bij de eerste zonnestralen, maar toch werd er naar onze normen uitzonderlijk lang geslapen. (Meestal sliep ik dan nét boven en geraakte ik bijgevolg niet geruisloos weg. Je kan dus al raden dat ik meer dan eens naar mijn rustige ochtendkoffie heb moeten fluiten, maar goed. Dat had ik er graag voor over.)

Ook tijdens het rijden werd er regelmatig afgewisseld van positie. Een toptip voor kotsende en/of ruziënde kinderen! Ik zit zelfs graag achterin de bus, want die achterbank geeft een instant vakantiegevoel én zo kon ik bij De Bron zitten (al het eten én de koelkast, moehahaha – stiekem chips eten naast een slapend kind, ik kan dat!). Ook superhandig om daar te zitten als je broodjes moet smeren in de file, trouwens.

3. De oplossingen die je soms moet improviseren blijken achteraf de hoogtepunten te zijn.

Een mens met een busje moet soms inventief zijn, maar dat is vaak net het plezantste, toch? Pak nu deze drie ‘problemen’:

  • Probleem: de luifel ligt vol met takken en blaadjes.
    Oplossing: kinderarbeid.
  • Probleem: ik heb geen zin om het busje op te kramen om maar zes kilometer verderop naar de supermarkt te gaan.
    Oplossing: liften.
    (En hoe tof was dat! Heenrit: derde auto prijs. Terugrit: niet eens onze duim omhoog moeten steken. De meisjes spreken er nog van en ons vertrouwen in de mensheid is weer een pak gegroeid.)
  • Probleem: op de parking waar we sliepen was het véél te heet (en ongezellig) om te koken.
    Oplossing: zoek een wildkampeerplek with a view, kook daar uw patatten, dineer in stijl en rij pas als het donker en koeler is terug naar de slaapplek.

Voilà. Ik denk dat we bij deze wel mogen concluderen dat we De Aankoop van De Eeuw hebben gedaan!

Oh ja. Mochten we de bus ooit verkopen, doe geen moeite om hem te proberen over te kopen – onze oudste dochter heeft er al een optie op genomen.

4 reacties op “Drie dingen die je moet weten als je met een VW-busje op reis gaat

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s